De omgevingswet moet de overheid helpen ontkokeren. Maar nu de omgevingswet (opnieuw) nadert, lijken we deze langs nieuwe kokers te implementeren: de juridische en participatieve koker. Om tot gedragen omgevingsbesluitvorming te komen, zullen we er op zijn minst voor moeten zorgen dat die kokers als communicerende vaten werken.
(Tekst gaat verder onder de afbeelding)
Nieuwe kokers
Waar kies jij voor: Juridiseren of Participeren? In de praktijk is deze keuze bijna nooit absoluut en is besluitvorming vaak een mengvorm van deze twee strategieën. We vinden al decennia dat we mee mogen praten over de ruimtelijke plannen van een ander en nog veel langer vinden we dat een besluit daarover door een bevoegd gezag bekrachtigt moet worden. Toch vinden we het nooit moeilijk om voor een de twee te kiezen.
Tijdens een VNG-netwerkbijeenkomst legde ik deze flauwe keuze voor om in te checken met de deelnemers. Alle deelnemers, behalve Lorenzo, kozen voor participeren. Hij had uitgenodigd voor deze bijeenkomst, voorvoelde deze uitkomst en maakte daarom de keuze voor juridiseren als een ‘tegengeluid’. Een eenzijdige voorkeur nam ik daarna vaker waar in overleggen rond de implementatie van de Omgevingswet. Aan tafel werd de wet dan als juridisch instrument of als participatietool besproken, maar zelden als beide.
Als we vanuit twee verschillende brillen naar de Omgevingswet en de implementatie ervan kijken, heeft dat dan ook gevolgen voor de afweging die we maken in besluitvorming? Draagt de komst van de Omgevingswet dan nog wel bij aan goede omgevingsbesluitvorming vanuit één overheid? Besluitvorming waarin de voordelen van juridische EN participatieve strategieën ten volle benut worden.
Als we vanuit twee verschillende brillen naar implementatie kijken, heeft dat dan ook gevolgen voor de afweging die we maken in besluitvorming?
Het vertrouwde in tijden van grote veranderingen
Als de stelling juridiseren of participeren aan mij voorgelegd wordt, kies ik altijd voor participeren. Ik heb liever het begrip van de ander voor mijn standpunt, dan dat regels mijn gelijk bepalen. Wanneer iedereen investeert in het oplossen van de opgave en als we met begrip voor ieders standpunten het goede gesprek voeren, dan is dat voor mij de basis voor een gedragen besluit. De keuze voor juridiseren of participeren lijkt mij dan ook sterk samen te hangen met je persoonlijke voorkeurstijl in je manier van werken.
Grote veranderingen brengen onzekerheid met zich mee. In tijden van onzekerheid neigen we naar het vertrouwde. Dan is het logisch dat met de komst van de Omgevingswet, ‘de grootste wetswijziging sinds Thorbecke’, we naar oplossingen zoeken die passen bij onze voorkeurstijl. Zij die affiniteit hebben met juridische processen gaan aan de slag de wettelijke procedures zo goed mogelijk vorm te geven in de bestaande organisatie. Zij vinden steun bij intergemeentelijke fora waar collega’s op dezelfde manier aan dezelfde opgave werken. Wanneer het gaat om verandering in ‘houding en gedrag’ die de wet teweeg moet brengen, zie je dat participatie-adepten oververtegenwoordigd zijn. Ook zij eten elkaar te vinden en delen hun ervaringen.
Als het klopt dat we langs deze verkokering leren werken met de Omgevingswet, hoe gaan we er dan voor zorgen dat waardevolle lessen wel met elkaar gedeeld worden? Staat deze verkokering gedragen besluitvorming als één overheid in de weg?
Nadenken over hoe te besluiten
Mogelijk biedt de Omgevingswet zelf wel een oplossing. De wet stuurt namelijk aan op gebiedsgericht werken en het centraal stellen van de opgave. Daarvoor moeten overheidsorganisaties ontkokeren om zo tot integrale advisering te komen. Door inhoudelijke experts en betrokkenen moeten de verschillende aspecten en belangen rond de opgave in de samenhang van de context wegen.
Ook de keuze voor een juridische of participatieve strategie om tot besluitvorming te komen, is contextafhankelijk. Deze wordt beter gemaakt naarmate je een completer beeld hebt van de context waarbinnen de opgave speelt. In onze Bijsluiter doen we suggesties wat uit de context relevant is voor de besluitvormingsstrategie. We doen daarin een poging het krachtenveld te beschrijven waarbinnen omgevingsbesluitvorming tot stand komt. De weging van de belangen in de relativiteit van het krachtenveld zou ook waardevol kunnen zijn om tot een gedragen integraal advies te komen.
De discussie over de te volgen besluitvormingsstrategie in de integrale (advies)overleggen, kan op die manier voor ontkokering zorgen tussen mensen die werken vanuit een juridische dan wel een participatieve voorkeursstijl.