Gemeenteraden worstelen met hun rol in omgevingsbesluitvorming. Niet alleen gezien de verwachtingen ten aanzien van die rol die de Omgevingswet met zich mee gaat brengen, ook vanwege een terecht onderbuikgevoel over hun eigen legitimiteit: burgers zien liever de rechter of directbetrokkenen beslissen over een ruimtelijk initiatief.
Het recente survey-experiment, onder een representatieve steekproef van 1500 Nederlanders, laat zien dat gemeenten op een aantal vlakken achterlopen als het gaat om juridische en participatieve manieren van beslissen. Gemeenten scoren een 6.5 uit 10 als het gaat om vertrouwen in de brede zin. Lang niet slecht, al scoren participatieve besluiten een 7 en de bestuursrechter zelfs een 7.5.
Het gezag van besluiten genomen door gemeenteraden staat ook onderaan de rangorde: 45% van de Nederlandse burgers vindt dat die geaccepteerd moeten worden, tegenover 62% bij rechterlijke besluiten en 66% bij besluiten waarin direct betrokken burgers hebben besloten.
Het onderzoek bevraagt burgers ook direct over omgevingsbesluiten. Waar in een traditioneel experiment de respondenten worden blootgesteld aan een middel óf een placebo, worden de respondenten in ons survey-experiment ‘blootgesteld’ één van de scenario’s. Die scenario’s zijn in dit geval omgevingsbesluiten, waar op verschillende manieren wordt besloten. Zo krijgt een groep respondenten te oordelen over een besluit van een gemeente óf een rechter óf door een participatief traject.
Na het lezen van het besluit worden aan alle respondenten dezelfde vragen gesteld:
Vindt u dat dit besluit op een eerlijke, onpartijdige, inclusieve en zorgvuldige manier tot stand is gekomen?
Die vragen gecombineerd vormen de legitimiteit van het besluitvormingsproces.
Vindt u dat dit besluit op een eerlijke, onpartijdige, inclusieve en zorgvuldige manier tot stand is gekomen? Die vragen gecombineerd vormen de legitimiteit van het besluitvormingsproces.
Het besluitvormingsproces waarover de rechter de beslissing neemt, en die waar het besluit genomen wordt na een participatie traject, worden door de respondenten significant hoger beoordeeld dan de besluiten door een gemeente. We hebben dit getest voor scenario’s die gaan over de vestiging van een mestfabriek, huisvesting van arbeidsmigranten en over de uitbreiding van een varkensboerderij.
Zo kunnen we op basis van de data dus zeggen dat het onderbuikgevoel van gemeenten terecht is: de gemeente delft het onderspit als het gaat om de legitimiteit die zij geniet in processen rondom omgevingsbesluiten. Althans, indien zij zelf doorslaggevende invloed uitoefent op die besluiten. Welke rol blijft er dan over voor gemeenteraden?